Achter de Museumcijfers: Digitalisering

Interview met Thijs Wesselink

Met de publicatie van de Museumcijfers presenteert de Museumvereniging ieder jaar inzichten over het Nederlandse museumlandschap. Aan de hand van data van 475 leden van de Museumvereniging worden vragen beantwoord over de toekomstbestendigheid van de sector. In deze reeks zetten we de resultaten uit het onderzoek in een context door stemmen uit de praktijk aan het woord te laten en jou, de lezer, concrete handvatten te bieden om mee aan de slag te gaan. Deze keer reflecteren we op het onderwerp: digitalisering.

Door digitale technieken slim in te zetten, brengen we kunst en erfgoed dichter bij de samenleving.
Thijs Wesselink

Steeds meer musea zetten in op digitalisering, maar niet alle musea profiteren daar in gelijke mate van. De Museumcijfers 2023 laten zien dat grote musea vooroplopen in het online toegankelijk maken van hun collecties (77%). Daarnaast weten zij beter de weg naar subsidies voor digitalisering te vinden, met een verschil van circa 10 procentpunt ten opzichte van kleinere musea. Tegelijkertijd nam het online aanbod van musea in 2023 verder af, met uitzondering van middelkleine musea die juist een lichte groei lieten zien. Volgens Thijs Wesselink, Projectmanager Digitale Innovatie bij het Groninger Museum, is het logisch dat grote musea hier een voorsprong hebben. “De complexiteit van digitalisering zit niet alleen in de benodigde menskracht, maar ook in de financiële mogelijkheden,” zegt hij. “Subsidieaanvragen kosten veel tijd en expertise, wat voor kleinere musea een drempel kan zijn.” 

Digitale innovatie bij het Groninger Museum 

Het Groninger Museum heeft recent een nieuw digitaal collectieplatform gelanceerd. Slechts 2% van hun collectie is fysiek zichtbaar in het museum, en met dit platform willen ze een veel breder publiek toegang geven tot hun erfgoed. “Het idee was niet alleen om onze collectie te tonen, maar ook om het mensen gemakkelijk te maken om kunst te ontdekken,” legt Wesselink uit. 

Een opvallende innovatie is de inzet van AI-beeldherkenning. Dit stelt bezoekers in staat om op een associatieve manier door de collectie te navigeren. “Zoek je op ‘vlinder’, dan krijg je niet alleen afbeeldingen van vlinders te zien, maar ook objecten die hier qua vorm op lijken,” vertelt hij. Dit verrijkt de beleving en maakt onverwachte verbanden zichtbaar. Daarnaast is het platform ontworpen met gebruiksvriendelijkheid als uitgangspunt. Wesselink vergelijkt het met een online winkelervaring: “Als je op een object klikt, krijg je suggesties voor gerelateerde objecten en zoektermen. Dit stimuleert verder onderzoek en ontdekking.” 

Het collectieplatform is niet alleen een leuke manier voor bezoekers om met de kunstwerken uit de collectie in aanraking te komen, maar ook voor de conservatoren. “Zij gebruiken het platform ter inspiratie en ontdekken objecten die ze anders misschien over het hoofd hadden gezien,” merkt Wesselink op. “Digitalisering beperkt zich allang niet meer tot alleen het digitaliseren van de museumcollectie. Het collectieplatform wordt actief ingezet bij het ontwerpen en ontwikkelen van participatieve en educatieve programma’s. Daarmee maakt digitalisering onderdeel uit van een bredere digitale transformatie, die niet alleen gaat over technologie, maar ook over nieuwe manieren van werken binnen het museum.” 

Uitdagingen en kansen voor kleinere musea

Hoewel grotere musea meer middelen hebben om te investeren in digitalisering, ziet Wesselink samenwerking als een belangrijke oplossing voor kleinere instellingen. “Grotere musea kunnen een voorbeeldfunctie hebben,” zegt hij. “Samenwerkingen en kennisdeling zijn cruciaal om de sector als geheel vooruit te helpen.” 

In Groningen wordt gewerkt aan een provinciaal platform waarin collecties van verschillende musea worden samengebracht. Dit helpt kleinere musea om toch deel te nemen aan digitale ontwikkelingen zonder dat ze alles zelf hoeven te doen. 

De toekomst: digitalisering als maatschappelijke taak

Musea hebben volgens Wesselink de plicht om hun collecties niet alleen te beheren, maar ook toegankelijk te maken voor het publiek. “Het online tonen van collecties op een aantrekkelijke manier is een belangrijke stap naar een breder en diverser publiek,” benadrukt hij. 

Om digitalisering binnen musea verder te stimuleren, heeft hij een aantal praktische tips: 

  • Omarm de digitale transformatie. Betrek medewerkers bij dit proces en schakel zo nodig externe expertise in. 
  • Werk stapsgewijs. Begin klein, experimenteer en bouw langzaam verder. 
  • Denk aan het publiek. Wie wil je bereiken en hoe creëer je waarde voor hen? 
  • Maak gebruik van bestaande netwerken. De Museumvereniging en andere sectororganisaties bieden ondersteuning en kennisuitwisseling. 

Wesselink gelooft dat digitale kansen musea helpen om relevant te blijven. “Door digitale technieken slim in te zetten, brengen we kunst en erfgoed dichter bij de samenleving,” concludeert hij.