Dit interview was te lezen in de ledennieuwsbrief van 19-12-2024.

Benieuwd naar de mensen achter de schermen van de museumsector? In onze reeks 3 vragen aan gaan we in gesprek met collega’s uit verschillende musea over hun werk, drijfveren en inzichten. Deze keer maak je kennis met Mees Knarren, Junior conservator oude kunst bij het Bonnefanten.

Hoe ben je in de museumwereld terecht gekomen?

Ik studeerde eerst aan de kunstacademie. Mijn tekenstijl stond altijd al bol van de kunsthistorische referenties. Zelf verdiepte ik me veel in historische onderwerpen, maar gedurende de opleiding hoefde ik hier nooit diepgaand over te schrijven. Na het afstuderen wilde ik de wetenschappelijke inhoud weten achter mijn stijl. Ik deed eerst een premaster in kunstgeschiedenis en aansluitend de master aan de Universiteit Utrecht. Na een hele leuke stage bij Museum Boijmans Van Beuningen waar ik ontzettend veel geleerd heb, kwam ik eigenlijk al snel terecht bij het Bonnefanten. Ik heb zelf in Maastricht op de middelbare school gezeten waardoor ik de collectie al vrij goed kende. Daarnaast heb ik altijd voeling gehad met de missie en visie van het museum. Ik was dus verheugd dat ik hier zo snel al aan de slag mocht.

Wat is je favoriete plek/kunstwerk in jouw museum?

Eén favoriet kunstwerk kiezen is zo’n onmogelijke opgave. Ik ben de laatste tijd wel weg van onze Heilige Stephanus door Giovanni del Biondo (1330/1335-1398). De heilige heeft iets heel moderns: hij draagt een gewaad met een kleurig geometrisch patroon en de stenen op zijn hoofd lijken haast een modieus hoofddeksel. Hij heeft een listige lach om zijn lippen en roze appelwangetjes. Ondertussen kijken we echter naar een martelaar die gestenigd is. Bedenkende dat dit werk maar een fractie geweest is van een groter altaarstuk, realiseer je je hoeveel levens een kunstwerk eigenlijk geleefd heeft. Ik werd me hier meer bewust van toen ik laatst een reconstructie tekende van het oorspronkelijke triptiek. Ik weet niet of ik Stefanus wel zo sprekend had gevonden, of dat hij me überhaupt was opgevallen, als onderdeel van een groter geheel.

Welk museum/welke tentoonstelling staat er nog op je verlanglijstje?

Hoewel het nog ver in de toekomst ligt, kijk ik uit naar Queer Belgian Art: New perspectives on art in the Southern Low Countries (1400-1950) die in 2027 opent in het MSK te Gent. In dit baanbrekende tentoonstellingsconcept geeft het museum de mogelijkheid om oude kunst invoelbaar te maken voor een groep die zich voorheen weinig gerepresenteerd zag worden in de traditionele canon. Het breidt uit op de kunstgeschiedenis zoals we deze nu kennen. Laatst sprak ik met een van de curatoren om te kijken hoe wij op een of andere manier onze eigen collectie een beetje kunnen queeren. In hetzelfde museum opent een jaar eerder Onvergetelijk Vrouwelijke kunstenaars van Antwerpen tot Amsterdam, 1600-1750. Aangezien mijn grootste interesse vrouwen in de (vroegmoderne) kunst zijn, en ik mijn scriptie geschreven heb over prentmaker Geertruydt Roghman (1625-1651/1657), past deze tentoonstelling helemaal in mijn straatje. Volgens de aankondiging gaat deze Amsterdamse kunstenares zelfs in de tentoonstelling figureren!