Begin 2024 hebben zowel de vakbonden als de werkgevers definitief ingestemd met de regeling zware beroepen voor oudere medewerkers in musea.
De regeling biedt handvatten voor zowel werknemer als werkgever bij het realiseren van duurzame inzetbaarheid van mensen met lichamelijk zware beroepen.
De regeling in het kort
80-90-100 betekent dat je 80% gaat werken, je salaris 90% wordt en je pensioenopbouw 100% blijft. Het eerste instroommoment in de regeling is vanaf 1 maart 2024. Overleg hierover altijd met je werkgever. Omdat de fysieke belasting per medewerker en per museum kan verschillen, doorloop je samen met je werkgever de beoordelingssystematiek fysiek zwaar werk.
De basis voor de regeling
Basis voor de regeling vormt de Beoordelingssystematiek fysiek zwaar werk in musea. Met behulp van dit document kijken werknemers in beroepen met zwaar lichamelijk werk samen met hun werkgever naar de fysieke zwaarte van de werkzaamheden. Voor een aantal specifiek benoemde uitvoerende functies is de regeling altijd van toepassing. Voor alle overige uitvoerende functies geldt dat een werknemer in aanmerking kan komen voor de regeling. Dit is afhankelijk van de zwaarte en de duur van de werkzaamheden.
Voorbeeld: Ben je 62 jaar of ouder? Dan kun je een verzoek indienen bij je werkgever om gebruik te kunnen maken van de 80-90-100 regeling. Voorwaarde is wel dat je met regelmaat lichamelijk zwaar werk verricht en ten minste 30 tot 36 uur per week werkt. Ook ben je 5 jaar of langer in dienst van het museum. Medewerkers die minder dan 30 uur per week werken of bureau-werkzaamheden verrichten komen niet in aanmerking voor de regeling.
Instroomleeftijd
Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf 62 jaar en ouder. Deelname aan de regeling is altijd vrijwillig. Werkgevers zijn verplicht om mee te werken aan een aanvraag.
Urengrens 30-36 uur
Afgesproken is dat medewerkers die 30-36 uur werken in aanmerking kunnen komen voor de regeling. Een andere voorwaarde is dat medewerkers tenminste 24 uur per week blijven werken. Hiermee vormt een dienstverband van 30 uur de ondergrens om gebruik te kunnen maken van de regeling, omdat 80% van 30 uur uitkomt op 24 uur.
Voorbeeld: iemand die 36 uur werkt gaat 28,8 uur per week werken, krijgt over 32,4 uur betaald en houdt een pensioenopbouw gebaseerd op 36 uur. Iemand die 35 of 34 uur werkt gaat ook 80% van de oorspronkelijke werktijd werken, krijgt 90% van de oorspronkelijke werktijd betaald en houdt de pensioenopbouw gebaseerd op de oorspronkelijke werktijd van 35 of 34 uur. De absolute ondergrens is een werkweek van 30 uur. 80% van 30 uur is 24 uur. Iemand die 30 uur per week werkt en gebruik wil maken van de regeling werkt dan 24 uur, krijgt voor 27 uur betaald en houdt een pensioenopbouw gebaseerd op de oorspronkelijke werktijd van 30 uur.
Medewerkers van wie de werktijd minder is dan 30 uur per week komen niet in aanmerking voor de regeling.
Duur van de regeling
De duur van de regeling is 5 jaar. De tijdigheid geeft aan dat werkgevers streven naar het overbodig maken van de regeling. Na invoering van de regeling zal de regeling om de 2 jaar geëvalueerd gaan worden, voor het eerst in 2025. Sociale partners bepalen gezamenlijk de wijze waarop de evaluatie plaatsvindt.
Lengte dienstverband voor instroom
Om in aanmerking te komen voor de regeling moet een werknemer minimaal 5 jaar werkzaam zijn bij de betreffende werkgever. In deze jaren tellen tijdelijke dienstverbanden en eventuele dienstverbanden via een uitzendbureau mee.
Overige voorwaarden
- Opbouw van vakantie uren wordt gerekend over de gewerkte uren van 80%. De opbouw van de vakantietoeslag vindt plaats over het salaris van 90%. Voor de pensioenpremie wordt gerekend met het oorspronkelijke pensioengevend salaris.
- Bij langdurige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte vervalt deelname aan de regeling. Bij herstel naar 80% van de oorspronkelijke werktijd kan een werknemer opnieuw deelnemen aan de regeling. Voor langdurige ziekte wordt verder verwezen naar artikel 16, lid 2 van de Museum cao.
- Deelname aan de regeling stopt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Stoppen met de regeling voor de AOW-leeftijd is niet mogelijk.
- Bij deelname levert een medewerker eventueel aanwezige ouderendagen in. Ook maken werkgever en werknemer afspraken over de afbouw van eventuele aanwezige verlofstuwmeren.
- Bij deelname aan de regeling mag een werknemer geen (nieuwe) betaalde nevenwerkzaamheden uitvoeren of bestaande uitbreiden.
- Instroom in de regeling is mogelijk vanaf de 1e van iedere maand.
- Voor medewerkers die in roosterdienst werken is het uitgangspunt dat werkgever en werknemer zodanig roosteren dat het uitgangspunt van de regeling in stand blijft. Dit uitgangspunt blijft medewerkers in zwaar lichamelijke beroepen voldoende hersteltijd bieden tussen de roosterdiensten.
Aanvullend
- Werkgevers worden aangemoedigd om coulant te zijn in het gebruik van de regeling. Ook kunnen werkgevers in positieve zin afwijken van de regeling ten gunste van de werknemer.
- Belangrijk is dat medewerkers goed geïnformeerd worden over hun keuze. Indien gewenst kan een medewerker daarbij vragen om het advies van een onafhankelijk financieel adviseur.
Meer weten over de regeling zware beroepen in musea? Download de uitgebreide beoordelingssystematiek via onderstaande button. Voor vragen kun je contact opnemen met Gea Wold, Senior beleidsadviseur Werkgeverszaken bij de Museumvereniging.